Overslaan en naar de inhoud gaan

Keuze van lichtbronnen bij slechtziendheid

Welke lichtbronnen bestaan er en welke basiseigenschappen hebben ze? Dat kun je lezen in dit artikel. Deze kennis komt van pas als je slechtziende mensen wilt helpen met geschikte verlichting.

Lichtbronnen

We onderscheiden verschillende soort lichtbronnen:

  • Natuurlijke lichtbronnen, zoals de zon en vuur
  • Kunstmatige lichtbronnen, meestal lampen
  • Licht van objecten die niet zelf licht uitstralen, maar het reflecteren

Dit artikel gaat over kunstmatige lichtbronnen. Voor mensen met een visuele beperking is de keuze van de lichtbron erg belangrijk: welke lamp gebruik je? Zaken als de verlichtingssterkte of kleur kunnen invloed hebben op het zicht. 

Soms leidt het plaatsen van een andere lamp in een armatuur al tot verbetering van de waarneming. Een nieuw armatuur kopen is dan niet nodig. Dat is goedkoper, sneller en er verandert niets aan de inrichting thuis. 

Fittingen

Veel lichtbronnen hebben draaifittingen Er zijn twee types, die staan altijd vermeld op de verpakking:

  1. Grote fitting (E27)
  2. Kleine fitting (E14)

Soorten kunstmatige lichtbronnen

Er zijn verschillende soorten kunstmatige lichtbronnen, zoals de gloeilamp, de TL-buis of de ledlamp. Ze hebben allemaal hun eigen plus- en minpunten. Van de meest gebruikte lichtbronnen geven we hieronder de voor- en nadelen aan.

Halogeen

Deze lichtbronnen zijn sinds september 2018 officieel niet meer verkrijgbaar, ze zijn echter nog wel in omloop.

Voordelen

  • Geen opwarmtijd
  • Goede kleurweergave (Ra = 100)
  • Dimbaar (in combinatie met dimsysteem)
  • Hoge lichtopbrengst (tot 5000 lumen)

Nadelen

  • Hoog energieverbruik
  • Veel warmteontwikkeling
  • Relatief korte levensduur

Om deze redenen is halogeen niet meer verkrijgbaar.

Spaarlamp/ PL/ TL

Voordelen

  • Zuiniger dan bijvoorbeeld halogeen
  • Breed assortiment van kleurtemperaturen van extra koelwit 4000K tot extra warm wit 2700K
  • Langere levensduur (6 tot 15 jaar). 

Nadelen

  • Lange opstarttijd tot volle verlichtingssterkte
  • Relatief prijzig in aanschaf
  • Vaak niet dimbaar (zie verpakking)
  • Keurweergave (Ra) is soms < 80 en daarmee niet geschikt voor mensen met een visuele beperking 

LED

Voordelen

  • Zeer zuinig
  • Geen opwarmtijd
  • Lange levensduur (25.000 branduren)
  • Geeft direct volledig licht
  • Geen apart voorschakelapparaat nodig
  • Lamp knippert niet
  • Breed assortiment aan kleurtemperaturen, kleuren, en uitvoeringen 

Nadelen

  • Duurder in aanschaf
  • Niet allemaal dimbaar
  • Minder lichtspreiding waardoor risico op lichthinder
  • Om te dimmen zijn specifieke dimsystemen nodig
  • Lichtopbrengst per lamp is soms lager dan bij PL/ TL

Lichtopbrengst per bron

Tabel met een overzicht van de lichtopbrengst van vijf lichtbronnen. Daarbij wordt het wattage per bron omgezet naar lumen. Gloeilamp: 25 watt is 300 lumen, 40 watt is 500 lumen, 60 watt is 700 lumen, 75 watt is 1000 lumen. LED-lamp: 4 watt is 300 lumen, 6 watt is 500 lumen, 10 watt is 700 lumen, 12 watt is 1000 lumen, 23 watt is 3000 lumen, 54 watt is 5000 lumen. Spaarlamp: 5 watt is 300 lumen, 8 watt is 500 lumen, 12 watt is 700 lumen, 15 watt is 1000 lumen. Halogeen: 18 watt is 300 lumen, 28 watt is 500
Indicatie van de lichtopbrengst per lichtbron

 

 

 

 

Deze tabel geeft per lichtbron een ruwe indicatie van de lichtopbrengst. Hierbij is de hoeveelheid licht (het aantal lumen, afgekort: lm) per lichtbron omgezet naar watt (W). Deze informatie staat ook altijd op de verpakking van lichtbronnen.

Lichtbronnen en armaturen

Een lichtbron (‘peertje’) en het armatuur (lampenkap) bepalen samen hoe het licht in een ruimte wordt weergegeven. Het armatuur en de lichtbron samen noemen we ook wel de lamp. Een lichtbron met een hoge lichtopbrengst in een armatuur dat omhoog schijnt, geeft ander licht dan een lichtbron in een pendelarmatuur dat naar beneden schijnt. Een lichtbron in een armatuur met doorschijnende kap kan hinderlijker zijn, dan dezelfde lichtbron in een dichte kap. Het soort lichtbron gecombineerd met het armatuur bepalen dus de hoeveelheid licht en de lichtuitstraling van een lamp.

Geef je mening!