Staaroperatie bij mensen met een verstandelijke beperking: voorbereiding en nazorg
Dit artikel is bestemd voor begeleiders en familie van mensen met een verstandelijke beperking die een staaroperatie krijgen, of bij wie een staaroperatie wordt overwogen.
Wat is staar?
Staar is een vaak voorkomende oogaandoening die goed te behandelen is, ook bij mensen met een verstandelijke beperking. Bij staar wordt de ooglens troebel waardoor het beeld steeds waziger wordt. Tijdens een staaroperatie wordt de troebele lens vervangen door een kunstlens. Hierdoor wordt het beeld weer helder.
Meer weten over staar?
Lees dan het artikel over oogaandoeningen bij ouderen. Hierin kun je lezen over klachten bij en behandeling van staar.
Voorbereiding
Als je iemand met een verstandelijke beperking wilt voorbereiden op een staaroperatie, kun je in eenvoudige taal vertellen wat er gaat gebeuren. Je kunt daarbij materialen, zoals oogdruppels en een oogkapje, laten zien en laten ervaren. Voor sommige mensen met een verstandelijke beperking is het beter om hem of haar in een later stadium, of kort voor de operatie, voor te bereiden. Dit kan onnodige spanning voorkomen.
Houd bij het voorbereiden van de persoon die geopereerd gaat worden rekening met diens begripsniveau en mogelijkheden van communicatie, gezichtsvermogen en gehoor. Stem dit zo mogelijk af met betrokken professionals, zoals de logopedist en/of gedragsdeskundige.
Oefenen
Mensen met een verstandelijke beperking hebben soms moeite met het druppelen van de ogen of het dragen van het beschermkapje voor het oog. Het kan helpen om dit voor de operatie te oefenen, zodat de persoon er al enigszins vertrouwd mee raakt. Schaf bijvoorbeeld een flesje met kunsttranen aan (dat zijn oogdruppels voor droge, branderige of vermoeide ogen), zodat de persoon kan wennen aan het druppelen van de ogen. Voor het oefenen met een oogkapje kun je er een vragen in het ziekenhuis, bijvoorbeeld tijdens een eerdere afspraak.
De operatie
Bij iemand met een verstandelijke beperking vindt de ingreep vaak plaats onder narcose. De persoon ligt dan goed stil, waardoor de kans op een goed verloop groter is.
De behandelend oogarts geeft voor de ingreep informatie over de operatie. We adviseren om vragen en zorgen voor het consult op te schrijven, zodat alles met de oogarts besproken kan worden. Veel voorkomende vragen zijn:
- “Hoe vaak moet er gedruppeld worden?”
- “Hoe lang moet er een beschermkapje voor het oog gedragen worden?”
- “Hoe lang mag er niet gedoucht worden?”
- “Heeft de patiënt na de operatie een (dezelfde) bril nodig?”
Nazorg
De nazorg betreft vooral het druppelen en het dragen van een oogkapje. Na de operatie is het van belang dat er vertrouwde personen beschikbaar zijn voor de nazorg. Als er meerdere mensen betrokken zijn in de nazorg, raden we aan om de instructies op te schrijven, zodat iedereen de aandachtspunten kent.
Druppelen
Na de operatie moet het geopereerde oog enkele malen per dag gedruppeld worden. De druppels voorkomen ontstekingen en bevorderen de genezing.
Het druppelen gaat makkelijker als de persoon die gedruppeld wordt naar boven kijkt of op de rug ligt. Voor de hygiëne is het belangrijk dat degene die de druppels toedient van tevoren de handen wast. Let er ook op dat het flesje het oog niet mag raken. Door het onderste ooglid naar beneden te trekken ontstaat een ‘zakje’ waarin de druppel kan vallen.
Als druppelen moeilijk gaat, kun je met de oogarts overleggen of een ‘druppeldepot’ mogelijk is. Dat is een injectie naast het oog, aansluitend aan de operatie, met een voorraad van de benodigde druppels.
Oogkapje
Om het geopereerde oog extra te beschermen krijgt de patiënt vaak een doorzichtig kunststof beschermkapje voor het oog. Dit wordt vastgeplakt met huidvriendelijke pleisters. Het beschermkapje beschermt het oog tegen wrijven in, of slaan op het oog.
In overleg met de oogarts wordt vastgesteld hoe lang het beschermkapje gedragen moet worden. Afhankelijk van de gebruikte operatietechniek zijn soms extra maatregelen nodig om te voorkomen dat de patiënt hard in het oog wrijft of ertegen slaat. Dan kan gebruik van rustgevende medicatie of armkokers nodig zijn. Overleg dit van tevoren met de oogarts, wettelijk vertegenwoordiger, huisarts of AVG, en de gedragsdeskundige.
Checklist
Je kunt onderstaande lijst gebruiken om te controleren of je overal aan gedacht hebt.
Checklist
- Verzamel vragen om te bespreken met de oogarts
- Overleg met huisarts of AVG over pijnmedicatie of rustgevende medicatie
- Maak concrete afspraken over de voorbereiding en leg deze vast in een plan:
- Wie gaat de voorbereiding geven?
- Wanneer wordt met de voorbereiding begonnen?
- Hoe wordt er met de persoon gecommuniceerd over de operatie en de nazorg
- Zo nodig: Overleg met wettelijk vertegenwoordiger, huisarts of AVG en gedragsdeskundige over de inzet van middelen en maatregelen
- Maak concrete afspraken over de nazorg en leg deze vast in een plan:
- Is er voldoende (vertrouwd) personeel aanwezig?
- Is er een druppelschema?
- Wanneer wordt extra medicatie gegeven?
- Hoe en wanneer worden armkokers ingezet?
- Op welke punten wordt rapportage bijgehouden?
- Maak een afspraak voor een controle bij de oogarts voor na de operatie
- Maak een afspraak voor een nieuw Visueel Functie Onderzoek enkele maanden na de staaroperatie om de gezichtsscherpte en eventuele brilsterkte opnieuw te laten bepalen.