Problemen op school bij kinderen met autisme en een visuele beperking
Kinderen die naast hun visuele beperking ook autisme hebben, kunnen eerder vastlopen bij dagelijkse handelingen zoals schoolse vaardigheden. Dit artikel geeft je inzicht in:
- de manier waarop deze mensen de wereld om hen heen ervaren.
- de mogelijke oorzaken van de problemen met schoolse vaardigheden.
De kennis in dit artikel is gebaseerd op de methode ‘Geef me de 5’ (wie, wat, waar, wanneer en hoe).
Problematisch gedrag op school
Het is niet altijd eenvoudig om te zien of bepaald gedrag van kinderen met een visuele beperking en autisme te maken heeft met problemen met schoolse vaardigheden. Onderstaande gedragingen kunnen erop wijzen:
- Boos worden (bijvoorbeeld gillen)
- Zichzelf afzonderen waardoor interactie/contact niet mogelijk is
- Conflict met andere leerlingen
- Angst of paniek in sociale situaties
Mogelijke oorzaken
De oorzaak van de problemen rondom schoolse vaardigheden kun je zowel in het autisme als in de visuele beperking zoeken. Hieronder sommen we van beide aandoeningen een aantal oorzaken op.
Oorzaken met betrekking tot autisme
- Niet ingevulde tijd
- Zich storen aan andere leerlingen
- Te veel (omgevings)prikkels
- Verschillende regels bij leerkrachten
- Onverwachte afwezigheid van een leerkracht (bijvoorbeeld bij ziekte)
- Onderbrekingen van de les (bijvoorbeeld als er iemand binnenkomt)
- Geen innerlijke rust doordat een activiteit op de dag anders is gelopen dan de persoon gewend is
- Geen innerlijke rust doordat de start van de dag anders is gelopen dan de persoon gewend is (bijvoorbeeld andere taxi, andere chauffeur of een kriebeltrui)
- Geen duidelijk lesprogramma
- Geen duidelijke aankondiging van het dagprogramma (bijv. met pictogrammen aangeven hoe het dagprogramma zal verlopen)
- Geen duidelijke afronding van de vorige activiteit
- De tijd van het jaar (bijvoorbeeld Sinterklaas of seizoenswisseling)
- Onvermogen om ongemak aan te geven
- Verbaal aangeboden lesstof moeilijk kunnen volgen
- Plaats in de klas, gerelateerd aan de prikkels
Oorzaken met betrekking tot de visuele beperking
- Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de aard van de visuele beperking, bijvoorbeeld gezichtsvelduitval
- Het is onduidelijk voor de persoon waar de begeleider of leerkracht is
- Afleiding door omgevingsgeluiden
- Visueel aangeboden lesstof is niet (voldoende) zichtbaar
- Plaats in de klas, gerelateerd aan het zicht
- Kan de plaats in de klas niet goed vinden (bijvoorbeeld doordat er te veel obstakels op de route zijn)
- Gezichtsuitdrukkingen van andere leerlingen worden niet goed herkend
Duidelijkheid en overzicht
Voor een kind met autisme en een visuele beperking is duidelijkheid en voorspelbaarheid belangrijk. Hieronder staan enkele vragen die je jezelf kunt stellen om de mogelijke oorzaak (en daarmee de mogelijke optie voor een oplossing) van de problemen met schoolse vaardigheden te achterhalen. Deze hebben we onderverdeeld in vijf categorieën: wie, wat, waar, wanneer en hoe.
Wie?
Deze vragen gaan over de ‘wie’. Is het voor het kind met autisme en een visuele beperking duidelijk wie er betrokken is?
- Weet de leerling wie de leerkracht is, ook bijvoorbeeld in de pauze?
- Is de leerkracht consequent?
- Zijn verwachtingen naar elkaar duidelijk gemaakt?
- Zijn gemaakte afspraken goed doorgenomen?
- Weet de leerling aan wie hij of zij hulp kan vragen?
Wat?
Deze vragen hebben betrekking op de structuur op school (begin, volgorde, einde), ongeacht de oorzaak (als gevolg van autisme of als gevolg van de visuele beperking).
- Is er sprake van voorspelbaarheid (begin, volgorde, einde)?
- Gebruikt de leerkracht concrete taal?
- Is er voldoende verwerkingstijd?
- Wordt er rekening mee gehouden dat de concentratie kan afnemen in de loop van de dag?
- Context verduidelijken, bij rust en wanneer iemand het begrijpt: wat gebeurt er, wat bedoelt de ander?
Waar?
Deze vragen hebben betrekking op het structureren van de ruimte waar de les plaatsvindt, ongeacht de oorzaak (als gevolg van autisme of als gevolg van de visuele beperking).
- Is het klaslokaal en de werkplek overzichtelijk? Het gaat daarbij om rust en contrast.
- Is het omgevingslicht in orde (goed verlicht, geen tegenlicht)?
- Kan de leerling zijn of haar plaats vinden?
- Is de plaats geordend?
- Is het duidelijk welke lessen buiten het eigen lokaal worden gegeven?
- Zijn er hinderlijke prikkels aanwezig? Let ook op nauwelijks aanwezige prikkels zoals afzuiging of geluiden van apparatuur. Deze kunnen storend zijn.
Wanneer?
Deze vragen hebben betrekking op voorspelbaarheid, concretiseren en hanteren van tijd in relatie tot schoolse vaardigheden.
- Is de start en het einde van iedere les duidelijk?
- Is bekend wat er daarna gaat gebeuren?
- Wordt de tijd eenduidig benoemd?
- Is er sprake van niet ingevulde tijd tijdens het spelen, bijvoorbeeld omdat het kind niet wil spelen of omdat het spel klaar is? En hoe wordt deze tijd ingevuld? (aangeven wat wel wordt verwacht in plaats van benoemen van ongewenst gedrag)?
- Weet de leerling wanneer hij of zij op zijn of haar plek moet zitten en wanneer er ruimte is om bijvoorbeeld iets te pakken?
- Kondigt de medespeler of begeleider aan wanneer hij of zij uit beeld is en weer terugkomt?
Hoe?
Deze handvatten gaan over het structureren van de middelen, ongeacht de oorzaak (als gevolg van autisme of als gevolg van de visuele beperking).
- Is er voldoende afwisseling tussen inspanning en ontspanning?
- Kan de leerling hulp vragen, weet hij aan wie en hoe hij dat kan doen (bijvoorbeeld met voorbeeldvragen)?
- Zijn er ondersteunende middelen nodig? Denk bijvoorbeeld aan:
- Apps die de stem of geluiden opneemt (bijvoorbeeld Talking Tom)
- Visuele of auditieve ondersteuning (bijvoorbeeld een hulpvraagkaartje)
- Een pictogram of foto
- Een koptelefoon
Tips
- De informatie in dit artikel kun je gebruiken om de oorzaak te achterhalen, het is geen trucje waarmee je het probleem oplost.
- Als er geen resultaten zijn, of er is geen verbetering, dan is raden we aan om een gedragsdeskundige in te schakelen.