CVI - Revalidatie en behandeling
Inleiding
Geen enkel kind met CVI is hetzelfde. De problemen met het zien hangen af van waar de beschadiging in de hersenen is. Hierdoor kunnen verschillende stoornissen in de visuele functies ontstaan.
Kinderen ervaren problemen met kijken en het begrijpen van wat ze zien op hun eigen, unieke manier. Dat betekent dat elk kind eigen ondersteuning en aanpassingen nodig heeft. Bij Bartiméus en Visio wordt geprobeerd om deze ondersteuning en begeleiding precies in te richten op het specifieke kind of jongere. Iedereen is anders, de beperkingen uiten zich anders en elk kind heeft daardoor andere behoeften.
De begeleiding kan bijvoorbeeld bestaan uit:
- (Therapeutische) begeleiding thuis en/of op school
- Begeleiding en behandeling op de therapeutische peutergroep van Bartiméus of Visio
- Onderwijskundige begeleiding op school
- ICT-training
- Training oriëntatie en mobiliteit om deel te nemen aan het verkeer.
Deze ondersteuning zorgt ervoor dat kinderen (én hun ouders, begeleiders en leerkrachten) beter leren omgaan met CVI. Maar ook dat ze compensatiestrategieën en -technieken leren, waardoor CVI wat minder impact op hun leven heeft. Ook kan psychosociale begeleiding of psychologische behandeling worden gegeven. Dit is gericht op begrip, verwerking en acceptatie van de gevolgen van CVI.
Flimpjes
Welke visuele functies er bestaan en wat voor moeite met het zien dit veroorzaakt, wordt uitgelegd in het volgende filmpje:
CVI in beeld: Het verhaal van Christy, Floris en Bertine - Wat is CVI?
Wil je meer weten? In het volgende filmpje vertellen kinderen met CVI wat lastig voor hen is.
Bartiméus Wat is CVI
Adviezen
Hoewel er verschillen zijn tussen kinderen met CVI, kunnen we een aantal adviezen geven waar je rekening mee kunt houden in de omgang met een kind met CVI.
Verlichting:
Het is het meest fijn als het daglicht opzij valt bij wat er te zien moet zijn. Zorg dat er voldoende lampen aan zijn in de ruimtes waar het kind is. Als het bijvoorbeeld donker is in de gang, is het moeilijk om de jas te vinden. Legoblokjes vinden op een kleed in een schemerige kamer is lastig
Rustige achtergrond:
Zorg voor een rustige omgeving. Afleidende geluiden, zoals een radio of tv die aanstaat, maken het voor het kind moeilijker om gericht te kijken. Omdat hij zich dan op twee dingen tegelijk moet concentreren. Luisteren en oogcontact maken kan moeilijk zijn. Gebruik van materialen die duidelijk van kleur zijn en contrasteren met een effen achtergrond, is helpend.
Korte kijkafstand:
Laat het kind de afstand bepalen om een voorwerp te bekijken. Een kind kan een voorwerp van heel dichtbij willen bekijken om andere visuele informatie weg te filteren.
Tijd:
Geef het kind de tijd om een voorwerp of situatie te onderzoeken in een rustige omgeving. Stimuleer hem om daarbij ook de andere zintuigen te gebruiken. Hoe voelt iets, hoe klinkt of ruikt iets?
Interventies
Kinderen met CVI voelen zich vaak onbegrepen. Ze hebben het gevoel niet mee te kunnen in de maatschappij, zoals in de klas of met sport. Terwijl ze juist enorm hun best doen. Het helpt ook niet dat hun omgeving, onwetend van CVI, vaak niet goed begrijpt waarom ze iets niet (goed) kunnen. De kans bestaat dat kinderen bepaalde taken waar ze niet goed in zijn, gaan vermijden. Of ze doen er hun best niet meer voor. De gedachte ‘het lukt me toch niet’ overheerst.
Bij hele jonge kinderen kan de CVI de algemene ontwikkeling in de weg staan, omdat ze niet geleerd wordt hoe ze hun CVI kunnen compenseren. Ook kan het zijn dat ze een omgeving hebben waarin het kijken niet makkelijk gemaakt wordt. Voor deze kinderen zijn door Bartiméus en Visio interventies ontwikkeld.
Zoals:
- Psycho-educatie (uitleg en inzicht geven uitleg aan kind en ouders wat de diagnose CVI voor hen betekent)
- Aanpassen van de omgeving
- Stimulering van de visuele aandacht
- Kijkstrategietraining
- Oriëntatie en mobiliteit in het verkeer
Jonge kinderen met CVI die intensieve stimulering nodig hebben, kunnen deelnemen aan de therapeutische peutergroepen van Bartiméus en Visio.
Als kinderen problemen op school ervaren, kan er een ambulant onderwijskundig begeleider op school aan de leraar uitleg en hulp geven in aanpassing van lesmateriaal, inrichting van de computer of iPad, plaats in de klas en gebruik van eventuele hulpmiddelen, zoals een beeldschermloep of schuine tafel.
Voor meer interventies en adviezen op school: CVI bij kinderen Archieven - eduVIP
Vervolg
Omdat een kind nog vol in ontwikkeling is, volgen we een kind en doen we de onderzoeken na twee jaar weer. Zo kunnen we bekijken hoe de invloed van de CVI op de ontwikkeling is, of de begeleiding geholpen heeft en of er nieuwe vragen zijn. Zoals bij de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs.