CVI & NAH
Bij het zien zijn zowel je ogen als je hersenen betrokken. Je hebt je hersenen nodig om te begrijpen wat je ziet en om daar betekenis aan te geven. Daarnaast zijn je hersenen nodig om te bepalen hoe je reageert op dat wat je ziet. Als je hersenen niet goed functioneren, kan dat gevolgen hebben voor het zien. Zo’n hersenstoornis kan al vanaf de geboorte aanwezig zijn of in de kindertijd ontstaan. Maar hersenletsel kan ook op latere leeftijd ontstaan.
Zien doe je met je ogen en je hersenen
CVI
Cerebral Visual Impairment, ofwel CVI, is een cerebrale visuele stoornis. Dat betekent dat het een hersenstoornis is die invloed heeft op het zien. CVI kan in aanleg aanwezig zijn of in de kinderjaren ontstaan. In beide gevallen raakt de verwerking van de beelden die via de ogen binnenkomen verstoord.
NAH
Niet aangeboren hersenletsel (NAH) ontstaat juist op latere leeftijd. Deze aandoening kan ook problemen in de verwerking van het zien veroorzaken.
Behandeling
Van CVI en NAH kun je niet genezen. Wel zijn er voor beide aandoeningen behandelingen. Die worden op maat afgestemd op de problemen die iemand ervaart. De behandeling is erop gericht om zo goed mogelijk mee te kunnen doen aan het dagelijkse leven. Mensen met CVI of NAH krijgen bij de behandeling inzicht in hun beperkingen. Daarnaast leren ze om gebruik te maken van compensatiestrategieën en/of van hulpmiddelen en aanpassingen in de leef- school- en werkomgeving.
De artikelen onder dit thema gaan over verschillende vormen van CVI en NAH. Daarbij geven we gerichte tips en vertellen we over de signalen waaraan je CVI of problemen in het zien bij NAH kunt herkennen. Op dit moment betreft dat kennis over NAH. Publicaties met kennis over CVI volgen nog.