NAH - Dubbelzien
Veel mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH) hebben last van dubbelzien (diplopie). Als er hersenschade is op de plekken die de coördinatie van oogbewegingen reguleren, kan de aansturing van de oogspieren zijn verstoord. Deze oogspieren zitten aan de buitenkant van het oog en laat de ogen bewegen. Deze verstoring kan leiden tot een afwijkende oogstand, beperkingen in het bewegen van de ogen en in dubbelzien. Deze verstoring kan leiden tot een afwijkende oogstand en tot beperkingen in het bewegen van de ogen. Hierdoor ontstaat het dubbelzien.
Dit artikel gaat over de behandeling en prognose van dubbelzien.
Bij dubbelzien ontvangen de hersenen twee verschillende beelden die niet tot één helder beeld kunnen worden samengevoegd. De verschijningsvorm van de dubbelbeelden is heel divers; naast elkaar, boven elkaar, schuin op elkaar, enzovoorts.
Als iemand ook met één oog dicht dubbelziet, ligt de oorzaak waarschijnlijk in het oog zelf.

Behandeling
Bij dubbelzien is het belangrijk te laten onderzoeken welke spieren niet goed meer aangestuurd worden. Dit doet een orthoptist.
De behandeling van dubbelzien is afhankelijk van de ernst en aard van de klachten. In de acute fase wordt vaak één oog afgedekt op momenten dat het dubbelzien het meest hinderlijk is, bijvoorbeeld tijdens de revalidatie. Dit kan met wazige folie op de bril of met een afplakpleister (occlusiepleister). Nadeel kan zijn dat dit een deel van het gezichtsveld wegneemt, afhankelijk van de folie die gebruikt wordt. Ga alleen in overleg met de behandelaar of arts over tot afdekken van één oog.
In latere stadia worden soms prisma’s overwogen. Een prisma is een glas dat lichtstralen afbuigt waardoor beelden van beide ogen op het netvlies op dezelfde plek vallen en het dubbelzien vermindert of verdwijnt. Of een prisma helpt, hangt af van de mate van de scheelstand en het dubbelzien. Als een prisma een optie is, begeleidt een orthoptist het proces. Met plakprisma’s kan de orthoptist beoordelen of enkelzien haalbaar is. De prisma's kunnen worden aangepast totdat de oogstand stabiel is. Vanaf dan kan de prisma permanent in de bril worden geplaatst en zijn plakprisma’s niet meer nodig. Als de oogstand lang stabiel is kan een operatie aan de oogspieren in beeld komen.
Er is op dit moment nog onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van oogoefeningen om dubbelzien te verminderen. Resultaten van de oefeningen zijn erg wisselend. Dat komt omdat de oorzaak van dubbelzien bij NAH neurologisch is. Het probleem ligt dus niet bij de spierfunctie, maar bij de aansturing ervan. Of oefeningen van waarde kunnen zijn, hangt ook af van de aansturingsproblemen.
In sommige gevallen is het belangrijk om niet de ogen, maar het hoofd te draaien. Een hoofdbeweging is echter trager dan een oogbeweging. Iemand die deze techniek gebruikt, moet de taak die hij doet daarom vaak langzamer uitoefenen.
Prognose
De kans op herstel van dubbelzien als gevolg van NAH is onzeker. Dat komt omdat het een neurologische aandoening is. Herstel treedt vaak binnen zes tot negen maanden na het letsel op. De hele herstelperiode kan tot zeker een jaar duren. In de eerste maanden na het letsel gaat het herstel het snelst. Naarmate de tijd verstrijkt, neemt de kans op (volledig) herstel af.
Bij neurodegeneratieve aandoeningen verbetert de klacht vaak niet. Dit is afhankelijk van de mate van zenuwslijtage.